Wij die geboren zijn
in de jaren na de oorlog, tijdens of er
voor hebben toch duidelijk wel een heel andere jeugd gehad
dan de jeugd van nu….
Mijn oma’s zijn
geboren in 1893 en 1896.
De eerste, ik noem haar maar even oma Antje, vertelde me 4 dagen voor
haar overlijden hele verhalen. Haar moeder was gestorven toen ze vier jaar oud
was, en dat ze zich haar moeder nog zo voor de geest kon halen….ze had 3 broers en twee zusjes en vader
hertrouwde met een vrouw die ook 4 of 5 kinderen had, deze vrouw kreeg er nog
een reeks kinderen bij. Mijn overgrootvader had 19 kinderen verwekt. Dus je
begrijpt mijn oma die net als haar broers en zussen het heel slecht had wist helemaal niet wat
een jeugd was… op haar 16e heeft ze in overleg met mijn grootvader besloten te “moeten” trouwen. Ze zijn 70 jaar getrouwd geweest
De andere oma, Lukina
verelde me ooit, dat ze een strenge heerszuchtige vader had…plezier bestond er
niet… de man was een fanatiek geloofsverkondiger die ook nog eens zelf mensen
ging dopen in de Westerwoldse A.. Niks dansen en plezier maken zoals ze zo
graag wilde…op haar 18e is ze gedwongen te trouwen met een oud-koloniaal die vreselijk dronk. Later heb ik gehoord dat
mijn overgrootvader ook drankzuchtig was, en ook dat hij een kind verwekte bij
een van zijn dochters…ik durf er niet aan te denken wat voor jeugd mijn oma
gehad heeft.
Beide families waren
allesbehalve rijk, dus iets van een pop of wat dan ook voor speelgoed zullen ze
nooit gehad hebben…
Oma Lukina nam na 4 a 5 jaar een moedig besluit: ze is gaan
scheiden…wat dat in die tijd betekende laat zich raden…ze had geen kinderen en
daarom besloot ze dit te doen, in het
zelfde jaar is ze met mijn opa getrouwd en heeft net als oma Antje 7 kinderen (in leven) gebaard.
De jeugd van hun kinderen
zag er al weer anders uit…armoedig ja!
Zeker die van mijn vaders kant. Maar daar werd gelezen,
voorgedragen en onderling gespeeld. Hun
jeugd speelde zich voor een deel in de oorlogstijd af. Mijn vader was 16 toen de oorlog uitbrak,
moest zich melden op een gegeven moment voor de arbeitseinsatz, dat werd vluchten, gepakt worden en anderhalf jaar gevangen zitten op het
eiland Borkum. Zijn oudste zus heeft
gedurende 4 jaren omdat ze TBC had haar
leven door gebracht in een tentje. Dit gezin heeft honger en kou gekend. Opa
werkte op een fabriek maar het geld was geen vetpot.
Oma Antje vertelde dat ze nooit echte armoe gekend
heeft in haar leven, dus ik ga er vanuit dat ze de oorlog doorgerold zijn
zonder echte problemen. Maar echte luxe
hebben ze ook niet gekend. Ze vertelde
(Nieuwjaarsdag 1987) dat ze kort daarvoor aan een van haar zoons gevraagd had:
Wat vind jij nou van je jeugd? Ik heb het idee dat jullie te kort gekomen zijn,
als ik nu naar de kleinkinderen kijk zie ik dat ze met 3 jaar een fiets met
zijwieltjes hebben, met 6 jaar een gewoon fietsje. Als ze naar de middelbare
school gaan een nieuwe grotemensen fiets,
met 16 jaar een brommer en er zijn al verschillende die met 18/ 19 jaar
een auto hebben…Het antwoord van mijn
oom was. .Ach moeder, materiële zaken hadden we niet, maar het zijn zulke
dierbare herinneringen, in de zomer bonen punten, emmers vol en ondertussen met
elkaar zingen” de saamhorigheid van toen
daar weegt toch niks tegenop?
Mijn oma Lukina is
voor het eerst buiten de provinciegrens geweest in 1953. Haar zoon was om het
leven gekomen in Brabant, samen met mijn opa en mijn vader hebben ze hem
begraven…alles betaald door de kerk, wat natuurlijk wel terugbetaald moest worden. Mijn oma Antje kwam pas in de
60er jaren zover, doordat mijn ouders in
het westen gingen wonen. Deze generatie heeft de wereld nog gekend zonder
auto’s, vliegtuigen en het openbaar vervoer pas toen ze al lang en breed
volwassen waren. Ze wisten van het
bestaan van treinen, maar er was geen
geld en ook geen noodzaak voor om er mee te reizen. Auto’s waren er al rond
1900, maar dan alleen bij de zeer rijken zoals textielbaronnen…in het Noorden
en zeker op de dorpen duurde het nog veel langer voor er een auto verscheen.
Misschien dat ze voor
de oorlog wel eens familie bezochten met
de tram… of met de Snikke, bootverbinding bv in de Pekela’s. Hun kinderen hadden veelal fietsen (na de
oorlog) tweede of veel meer handsjes In
hun vroege jeugd amuseerden ze zich met slootje springen, bokje springen
hinkelen en de natuur verkennen. Verder waren ze lid van de jongens en
meisjesvereniging. Vandaaruit werd natuurlijk ook van alles georganiseerd.
Deze jeugd liep of
fietste naar leeftijdsgenoten, schoolkameraadjes. Hier in de provincie Groningen liep je gewoon door de
achterdeur naar binnen, en daar was de warmte van een kopje thee met misschien een meelkoekje, meeeten mocht bijna
altijd…en deze mensen hebben Nederland
weer opgebouwd met de generatie die na
hun komt…Ze hebben genoten van de nieuwigheden, genoten van hun het eigen
autootje wat ze eindelijk konden kopen..van eerst de radio en toen de TV…en nu,
diegenen van toen, als ze nog leven
genieten van hun kleinkinderen…met hun Nintendo, Playstation, I pod en I
pads….Maar ook zich afvragend: waar zijn de spelende kinderen, de kinderen die
speelden met tollen, ballen,
badmintonrackets, zaklopen en koekhappen…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten