de dag is nooit zo nat of de zon schijnt altijd wat.

Pagina's

zondag 20 januari 2013

wat leefden ze eenvoudig toen












Wij die geboren zijn in de jaren na de oorlog, tijdens  of er voor hebben toch duidelijk wel een heel andere jeugd  gehad  dan de jeugd van nu….

Mijn oma’s zijn geboren in 1893  en  1896.  De eerste, ik noem haar maar even oma Antje, vertelde me 4 dagen voor haar overlijden hele verhalen. Haar moeder was gestorven toen ze vier jaar oud was, en dat ze zich haar moeder nog zo voor de geest kon halen….ze  had 3 broers en twee zusjes en vader hertrouwde met een vrouw die ook 4 of 5 kinderen had, deze vrouw kreeg er nog een reeks kinderen bij. Mijn overgrootvader had 19 kinderen verwekt. Dus je begrijpt mijn oma die net als haar broers en zussen  het heel slecht had wist helemaal niet wat een jeugd was… op haar 16e heeft ze in overleg  met mijn grootvader besloten  te “moeten” trouwen.  Ze zijn 70 jaar getrouwd geweest
De andere oma, Lukina verelde me ooit, dat ze een strenge heerszuchtige vader had…plezier bestond er niet… de man was een fanatiek geloofsverkondiger die ook nog eens zelf mensen ging dopen in de Westerwoldse A.. Niks dansen en plezier maken zoals ze zo graag wilde…op haar 18e is ze gedwongen  te trouwen met een oud-koloniaal  die vreselijk dronk. Later heb ik gehoord dat mijn overgrootvader ook drankzuchtig was, en ook dat hij een kind verwekte bij een van zijn dochters…ik durf er niet aan te denken wat voor jeugd mijn oma gehad heeft.
Beide families waren allesbehalve rijk, dus iets van een pop of wat dan ook voor speelgoed zullen ze nooit gehad hebben…
Oma Lukina  nam na 4 a 5 jaar een moedig besluit: ze is gaan scheiden…wat dat in die tijd betekende laat zich raden…ze had geen kinderen en daarom besloot ze dit te doen,  in het zelfde jaar is ze met mijn opa getrouwd en heeft net als oma Antje  7 kinderen (in leven) gebaard.

De jeugd van hun kinderen zag er al weer anders uit…armoedig ja!  Zeker die van mijn vaders kant. Maar daar werd gelezen, voorgedragen  en onderling gespeeld. Hun jeugd speelde zich voor een deel in de oorlogstijd  af. Mijn vader was 16 toen de oorlog uitbrak, moest zich melden op een gegeven moment voor de arbeitseinsatz,  dat werd vluchten, gepakt worden  en anderhalf jaar gevangen zitten op het eiland Borkum.  Zijn oudste zus heeft gedurende 4 jaren omdat ze TBC  had haar leven door gebracht in een tentje. Dit gezin heeft honger en kou gekend. Opa werkte op een fabriek maar het geld was geen vetpot.
Oma Antje  vertelde dat ze nooit echte armoe gekend heeft in haar leven, dus ik ga er vanuit dat ze de oorlog doorgerold zijn zonder  echte problemen. Maar echte luxe hebben ze ook niet gekend.  Ze vertelde (Nieuwjaarsdag 1987) dat ze kort daarvoor aan een van haar zoons gevraagd had: Wat vind jij nou van je jeugd? Ik heb het idee dat jullie te kort gekomen zijn, als ik nu naar de kleinkinderen kijk zie ik dat ze met 3 jaar een fiets met zijwieltjes hebben, met 6 jaar een gewoon fietsje. Als ze naar de middelbare school gaan een nieuwe grotemensen fiets,  met 16 jaar een brommer en er zijn al verschillende die met 18/ 19 jaar een auto hebben…Het antwoord  van mijn oom was. .Ach moeder, materiële zaken hadden we niet, maar het zijn zulke dierbare herinneringen, in de zomer bonen punten, emmers vol en ondertussen met elkaar zingen”  de saamhorigheid van toen daar weegt toch niks tegenop?

Mijn oma Lukina is voor het eerst buiten de provinciegrens geweest in 1953. Haar zoon was om het leven gekomen in Brabant, samen met mijn opa en mijn vader hebben ze hem begraven…alles betaald door de kerk, wat natuurlijk wel terugbetaald  moest worden. Mijn oma Antje kwam pas in de 60er jaren zover, doordat mijn ouders  in het westen gingen wonen. Deze generatie heeft de wereld nog gekend zonder auto’s, vliegtuigen en het openbaar vervoer pas toen ze al lang en breed volwassen waren.  Ze wisten van het bestaan van treinen, maar  er was geen geld en ook geen noodzaak voor om er mee te reizen. Auto’s waren er al rond 1900, maar dan alleen bij de zeer rijken zoals textielbaronnen…in het Noorden en zeker op de dorpen duurde het nog veel langer voor er een auto verscheen.
Misschien dat ze voor de oorlog  wel eens familie bezochten met de tram… of met de Snikke, bootverbinding bv in de Pekela’s.  Hun kinderen hadden veelal fietsen (na de oorlog) tweede of veel meer handsjes  In hun vroege jeugd amuseerden ze zich met slootje springen, bokje springen hinkelen  en de natuur verkennen.  Verder waren ze lid van de jongens en meisjesvereniging. Vandaaruit werd natuurlijk ook van alles georganiseerd.

Deze jeugd liep of fietste naar leeftijdsgenoten, schoolkameraadjes. Hier in  de provincie Groningen liep je gewoon door de achterdeur naar binnen, en daar was de warmte van een kopje thee met  misschien een meelkoekje, meeeten mocht bijna altijd…en deze  mensen hebben Nederland weer opgebouwd  met de generatie die na hun komt…Ze hebben genoten van de nieuwigheden, genoten van hun het eigen autootje wat ze eindelijk konden kopen..van eerst de radio en toen de TV…en nu, diegenen  van toen, als ze nog leven genieten van hun kleinkinderen…met hun Nintendo, Playstation, I pod en I pads….Maar ook zich afvragend: waar zijn de spelende kinderen, de kinderen die speelden met tollen, ballen,  badmintonrackets, zaklopen en koekhappen…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten